Taal Toon Theater is een initiatief van Mariëlle Hintzen:
“Mijn passie voor poëzie, liefde voor de letter en bewondering voor de dichters wil ik graag met mijn publiek delen. Een paar honderd gedichten uit het Europese taalgebied, in het origineel en in Nederlandse vertaling staan op mijn repertoire.
Gedichten en muziek buitelen in de voorstellingen vrijelijk door elkaar. Mooie woorden ontmoeten wijfelende trompetklanken. Felle ritmes vliegen uit de bocht en maken een zachte landing in vragende verzen.
Laat U meenemen in een levendige orkestratie van wonderlijke woorden en klaterende klanken.”
Mariëlle Hintzen is muzikant, dirigent en performer.
In haar voorstellingen staat een kinderversje naast Goethe. Een piano-suite van Bach mondt gerust uit in een rap-nummer met een vette beat. Plat en verheven, ruw en gepolijst, schijnbare uitersten liggen dicht bij elkaar. Een filosofisch gedicht van Hans Magnus Enzensberger wordt flierefluitend begeleid met een wals van Edith Piaf. Snelle switches tussen poëzie en muziek roepen verrassende beelden op.
Zin in onzin?
De poëzie, die zo veilig opgeborgen was op de boekenplank, kijkt je recht aan.
De dichters, die zo mooi in brons gegoten standbeelden rustten, spreken je aan.
Gedichten als gebruiksaanwijzing van het leven? Zeker, als je ze tenminste dagelijks herleest.
Taal Toon Theater nodigt haar publiek uit tot een ontmoeting met het gedicht. Zoals een muzikant de noten aanbiedt, zo zou Mariëlle, als uitvoerend tekstikus de verzen willen laten klinken. Als uitnodiging tot het maken van een ommetje, vragend vanuit Celan: “…, bewandel je met gedichten …wegen? Zijn die wegen alleen maar om-wegen, omwegen van jou naar jou?” (in: De Meridiaan, Toespraak bij de uitreiking van de Georg Büchner-prijs)
Enkele reacties van luisteraars en deelnemers:
“Marielle Hintzen draagt met veel verve een collage van klankgedichten voor. … Een aanrader!”, Alexis de Roode over de voorstelling ‘Boem Paukeslag’ (tijdens de boekenweek 2007)
“Schitterend, zoals je Zeur niet van Annie M. G. Schmidt deed, alsof je het ter plekke verzint” (luisteraar Festival Mooie Woorden 2009)
“Je bent een kanjer…… ik heb ook genoten van je rap bij de uitreiking van de prijs… wat doe je dat heerlijk, bevlogen en natuurlijk. We zijn dankbaar dat je de workshops zo fantastisch gedaan hebt.” (organisatie Frans Congres 2009)
“Waar ik vooral van genoten heb bij jou is de stimulans en de positieve benadering tijdens de workshop. Ik heb, mede door jouw workshops, heerlijk genoten. Echt een gave zoals je de tekst en de muziek kan overbrengen. Dank voor die heerlijke dag.” (P&O poëzie coaching)
“Het spreekkoor van Rimbaud was heerlijk om te doen, we hebben genoten en doen de tekst nu nog regelmatig met de vakgroep” (deelnemer spreekkoor Voyelles van Rimbaud)
“En wat denk je, we hebben weer een topper binnengehaald. Mariëlle Hintzen wist de hele club in no time plat te krijgen en dat zo belangrijke vuurtje aan te steken.” (koor coaching)
“Er zijn van die dagen dat het klopt. Een beetje ritmisch inzicht en kennis van het notenschrift was wel handig, zei Mariëlle. Even later stonden we in het bos. Vier sopranen, vier alten, drie tenoren en drie bassen. Perfect. We namen een spreekkoor onder handen. Een spreekkoor, da’s een kwestie van goed tellen, zorgen dat je je stem niet forceert en veel plezier maken. De stemmen kaatsen in ijltempo heen en weer. We fluisteren, roepen, mopperen, kwelen. Zoals zo vaak mogen ook nu de sopranen uit het dak: Isn’t it beautiful? Completely mad! I am beside myself!!” (spreekkoor workshop: Valse van Ernst Toch)
“Dankzij bemiddeling van een vriendin ben ik aan uw mailadres gekomen. Zij heeft in een instant-koor meegedaan dat, onder uw leiding, in een half uur een vierstemmig Frans drinklied onder de knie kreeg. En volgens deze vriendin klonk het prachtig, ofschoon menigeen tevoren aangaf niet te kunnen zingen. Ze vertelde er razend enthousiast over, niet in de laatste plaats vanwege uw bevlogenheid en vakmanschap om er zoveel (enthousiasme) uit te halen. Dit bracht mij op het idee u te benaderen.” (deelnemer aan Café chantant, koorworkshop voor bedrijven)
Mijn verzen-verslaving heb ik opgelopen tijdens het dirigeren van koren. Dat is bijzonder besmettelijk, koorzang is muziek en taal bij uitstek. Tijdens een repetitie met mijn kamerkoor, merkte ik, dat ik het voordragen van de teksten van Heinrich Heine, in een compositie van Jurriaan Andriessen, spannender vond, dan het instuderen van de noten. Dat was tamelijk alarmerend!
Ik had muziekwetenschap, schoolmuziek en koordirectie gestudeerd, maar had een taal moeten doen. Dat werd Duits. Gelukkig ging dat ook meteen mis. In mijn tweede jaar Duits studeerde ik de Ursonate van Kurt Schwitters in en droeg hem voor waar ik maar kon: binnen de vakgroep, in een werfkelder, in de Winkel van Sinkel, in mijn muzieklessen, als articulatie oefening bij mijn koren. Dat mondde uiteindelijk uit in een koorversie van de sonate.
Sindsdien ben ik hopeloos verslingerd aan de muziek van taal. Mijn voordrachtsrepertoire bevat op dit moment ongeveer 250 Nederlandse en Europese gedichten in het origineel en in vertaling. Zoals een dirigent een partituur vertolkt, zo zou ik de dichters willen vertolken en hun muziek willen doorgeven aan het publiek.
Mijn inspiratie haal ik in de eerste plaats uit de gedichten. Zij leven een eigen leven. In veranderende contexten lichten ze steeds weer anders op. Wat gisteren leek te kloppen, is vandaag alweer tussen je vingers doorgeglipt.
Lucebert, Hanlo, Heine, Hölderin, Morgenstern, Ginsberg, Rimbaud, Hanny Michaelis, de ene dag zijn het echte boezemvrienden. De andere dag blijken het enorme ettertjes. “Wat wil je nou van me? Ga toch weg.” Maar binnen een dag kan ik weer niet zonder hen. Poëzie is als verstoppertje en tikkertje tegelijkertijd spelen. En er dan uithijgend in de zandbak achter komen, dat het een potje memory was.
In mijn workshops en coachings zijn de gedichten onze gesprekpartner. Hoe zeg je dit gedicht? Wie spreekt hier? Wat gebeurt er met de tekst als je fluistert, gromt, stottert? Kun je de tekst zo zeggen, alsof hij van jezelf is? Welke rollen zitten er in het gedicht? Waar zijn stiltes op hun plek? Waar struikelt het betoog? Of is het juist een collage van beelden en klanken? De muziek van gedichten vraagt om het experimenteren met de eigen stem. Het is een confrontatie met hoofd, hart en handen.
Wie poëzie spreekt, spreekt zelf, spreekt zichzelf tegen, scheert vlak langs een antwoord, leest opnieuw. Gedichten komen “heel dichtbij”, zij spiegelen de lezer. Ze confronteren de recitator. De deelnemers in de workshops moeten erop rekenen, dat ze uitdrukkelijk uitgenodigd worden zichzelf in te brengen. Dat kan niet anders. Nee, dan ontmoet je de ander. Ervaren deelnemers zullen hun ervaring moeten laten varen, hun repertoire en spreekstijl uitbreiden en dus een andere kant van zichzelf gaan laten zien. Bescheiden deelnemers kunnen rekenen op een veilig nest om een eerste kennismaking aan te gaan.
Foto’ s: Anna van Kooij fotografie
Regie: Jürgen Brucker
Taal Toon Theater is een initiatief van Mariëlle Hintzen:
“Mijn passie voor poëzie, liefde voor de letter en bewondering voor de dichters wil ik graag met mijn publiek delen. Een paar honderd gedichten uit het Europese taalgebied, in het origineel en in Nederlandse vertaling staan op mijn repertoire.
Gedichten en muziek buitelen in de voorstellingen vrijelijk door elkaar. Mooie woorden ontmoeten wijfelende trompetklanken. Felle ritmes vliegen uit de bocht en maken een zachte landing in vragende verzen.
Laat U meenemen in een levendige orkestratie van wonderlijke woorden en klaterende klanken.”
Mariëlle Hintzen is muzikant, dirigent en performer.
In haar voorstellingen staat een kinderversje naast Goethe. Een piano-suite van Bach mondt gerust uit in een rap-nummer met een vette beat. Plat en verheven, ruw en gepolijst, schijnbare uitersten liggen dicht bij elkaar. Een filosofisch gedicht van Hans Magnus Enzensberger wordt flierefluitend begeleid met een wals van Edith Piaf. Snelle switches tussen poëzie en muziek roepen verrassende beelden op.
Zin in onzin?
De poëzie, die zo veilig opgeborgen was op de boekenplank, kijkt je recht aan.
De dichters, die zo mooi in brons gegoten standbeelden rustten, spreken je aan.
Gedichten als gebruiksaanwijzing van het leven? Zeker, als je ze tenminste dagelijks herleest.
Taal Toon Theater nodigt haar publiek uit tot een ontmoeting met het gedicht. Zoals een muzikant de noten aanbiedt, zo zou Mariëlle, als uitvoerend tekstikus de verzen willen laten klinken. Als uitnodiging tot het maken van een ommetje, vragend vanuit Celan: “…, bewandel je met gedichten …wegen? Zijn die wegen alleen maar om-wegen, omwegen van jou naar jou?” (in: De Meridiaan, Toespraak bij de uitreiking van de Georg Büchner-prijs)
Enkele reacties van luisteraars en deelnemers:
“Marielle Hintzen draagt met veel verve een collage van klankgedichten voor. … Een aanrader!”, Alexis de Roode over de voorstelling ‘Boem Paukeslag’ (tijdens de boekenweek 2007)
“Schitterend, zoals je Zeur niet van Annie M. G. Schmidt deed, alsof je het ter plekke verzint” (luisteraar Festival Mooie Woorden 2009)
“Je bent een kanjer…… ik heb ook genoten van je rap bij de uitreiking van de prijs… wat doe je dat heerlijk, bevlogen en natuurlijk. We zijn dankbaar dat je de workshops zo fantastisch gedaan hebt.” (organisatie Frans Congres 2009)
“Waar ik vooral van genoten heb bij jou is de stimulans en de positieve benadering tijdens de workshop. Ik heb, mede door jouw workshops, heerlijk genoten. Echt een gave zoals je de tekst en de muziek kan overbrengen. Dank voor die heerlijke dag.” (P&O poëzie coaching)
“Het spreekkoor van Rimbaud was heerlijk om te doen, we hebben genoten en doen de tekst nu nog regelmatig met de vakgroep” (deelnemer spreekkoor Voyelles van Rimbaud)
“En wat denk je, we hebben weer een topper binnengehaald. Mariëlle Hintzen wist de hele club in no time plat te krijgen en dat zo belangrijke vuurtje aan te steken.” (koor coaching)
“Er zijn van die dagen dat het klopt. Een beetje ritmisch inzicht en kennis van het notenschrift was wel handig, zei Mariëlle. Even later stonden we in het bos. Vier sopranen, vier alten, drie tenoren en drie bassen. Perfect. We namen een spreekkoor onder handen. Een spreekkoor, da’s een kwestie van goed tellen, zorgen dat je je stem niet forceert en veel plezier maken. De stemmen kaatsen in ijltempo heen en weer. We fluisteren, roepen, mopperen, kwelen. Zoals zo vaak mogen ook nu de sopranen uit het dak: Isn’t it beautiful? Completely mad! I am beside myself!!” (spreekkoor workshop: Valse van Ernst Toch)
“Dankzij bemiddeling van een vriendin ben ik aan uw mailadres gekomen. Zij heeft in een instant-koor meegedaan dat, onder uw leiding, in een half uur een vierstemmig Frans drinklied onder de knie kreeg. En volgens deze vriendin klonk het prachtig, ofschoon menigeen tevoren aangaf niet te kunnen zingen. Ze vertelde er razend enthousiast over, niet in de laatste plaats vanwege uw bevlogenheid en vakmanschap om er zoveel (enthousiasme) uit te halen. Dit bracht mij op het idee u te benaderen.” (deelnemer aan Café chantant, koorworkshop voor bedrijven)
Mijn verzen-verslaving heb ik opgelopen tijdens het dirigeren van koren. Dat is bijzonder besmettelijk, koorzang is muziek en taal bij uitstek. Tijdens een repetitie met mijn kamerkoor, merkte ik, dat ik het voordragen van de teksten van Heinrich Heine, in een compositie van Jurriaan Andriessen, spannender vond, dan het instuderen van de noten. Dat was tamelijk alarmerend!
Ik had muziekwetenschap, schoolmuziek en koordirectie gestudeerd, maar had een taal moeten doen. Dat werd Duits. Gelukkig ging dat ook meteen mis. In mijn tweede jaar Duits studeerde ik de Ursonate van Kurt Schwitters in en droeg hem voor waar ik maar kon: binnen de vakgroep, in een werfkelder, in de Winkel van Sinkel, in mijn muzieklessen, als articulatie oefening bij mijn koren. Dat mondde uiteindelijk uit in een koorversie van de sonate.
Sindsdien ben ik hopeloos verslingerd aan de muziek van taal. Mijn voordrachtsrepertoire bevat op dit moment ongeveer 250 Nederlandse en Europese gedichten in het origineel en in vertaling. Zoals een dirigent een partituur vertolkt, zo zou ik de dichters willen vertolken en hun muziek willen doorgeven aan het publiek.
Mijn inspiratie haal ik in de eerste plaats uit de gedichten. Zij leven een eigen leven. In veranderende contexten lichten ze steeds weer anders op. Wat gisteren leek te kloppen, is vandaag alweer tussen je vingers doorgeglipt.
Lucebert, Hanlo, Heine, Hölderin, Morgenstern, Ginsberg, Rimbaud, Hanny Michaelis, de ene dag zijn het echte boezemvrienden. De andere dag blijken het enorme ettertjes. “Wat wil je nou van me? Ga toch weg.” Maar binnen een dag kan ik weer niet zonder hen. Poëzie is als verstoppertje en tikkertje tegelijkertijd spelen. En er dan uithijgend in de zandbak achter komen, dat het een potje memory was.
In mijn workshops en coachings zijn de gedichten onze gesprekpartner. Hoe zeg je dit gedicht? Wie spreekt hier? Wat gebeurt er met de tekst als je fluistert, gromt, stottert? Kun je de tekst zo zeggen, alsof hij van jezelf is? Welke rollen zitten er in het gedicht? Waar zijn stiltes op hun plek? Waar struikelt het betoog? Of is het juist een collage van beelden en klanken? De muziek van gedichten vraagt om het experimenteren met de eigen stem. Het is een confrontatie met hoofd, hart en handen.
Wie poëzie spreekt, spreekt zelf, spreekt zichzelf tegen, scheert vlak langs een antwoord, leest opnieuw. Gedichten komen “heel dichtbij”, zij spiegelen de lezer. Ze confronteren de recitator. De deelnemers in de workshops moeten erop rekenen, dat ze uitdrukkelijk uitgenodigd worden zichzelf in te brengen. Dat kan niet anders. Nee, dan ontmoet je de ander. Ervaren deelnemers zullen hun ervaring moeten laten varen, hun repertoire en spreekstijl uitbreiden en dus een andere kant van zichzelf gaan laten zien. Bescheiden deelnemers kunnen rekenen op een veilig nest om een eerste kennismaking aan te gaan.
Foto’ s: Anna van Kooij fotografie
Regie: Jürgen Brucker